Skip to content

Ontstaan van dit project

De huidige stand van zaken (mei 2023) is dat in het katholiek onderwijs in de tweede graad (doorstroom) vier uur wiskunde de standaard wordt en dat er enkel niet-afdwingbare keuzedoelen komen voor wie vijf lesuren aanbiedt. We zijn ervan overtuigd dat het niet aanbieden van een vijfuursleerplan nefaste gevolgen zal hebben.

De kans is reëel dat vijf uur wiskunde buiten de richting Natuurwetenschappen meer en meer als een overbodige luxe zal worden gezien, ‘want er is geen leerplan voor’. Die vrees is niet ongegrond: toen de leerplannen voor acht uur wiskunde in de derde graad verdwenen, verdween ook die richting in sommige scholen, of werd voor een minder optimale formule met 6 + 2 of zeven uur gekozen.
Op termijn zou dat leiden tot minder leerlingen die wiskundig voorbereid worden op een wetenschappelijke studie in het hoger onderwijs. En dit terwijl we wiskundigen, (data-)wetenschappers, economen en ingenieurs nodig hebben voor de technologieën en industrieën van de toekomst.

In richtingen met vijf uur wiskunde is het werken met keuzedoelen bovendien problematisch. Het kan leiden tot grotere verschillen tussen klassen en scholen. Tegendruk van leerlingen, ouders of directies, juridische onduidelijkheid over evaluatie en attestering, het lerarentekort, taalachterstand bij leerlingen… kunnen ervoor zorgen dat slechts een beperkt aantal keuzedoelen worden behandeld, waardoor het verschil met een vieruursrichting kleiner wordt en de uitstraling van vijfuursrichtingen verder taant.

Deze verzwakking kan op termijn zelfs een argument worden om sterke wiskunderichtingen in de tweede graad dan maar helemaal af te schaffen. Dat lijkt ons geen heilzame evolutie.

Ten gevolge van een vooropleiding met keuzedoelen zal de instroom in de derde graad in richtingen met zes of meer uren wiskunde diverser zijn dan nu. Iedereen op eenzelfde niveau krijgen zal kostbare extra tijd vereisen doorheen de derde graad. Maatschappelijk kwetsbare jongeren zullen het moeilijker hebben om hun achterstand in te halen.

Vandaar onze overtuiging dat een vijfuursleerplan essentieel is.

Zoals de titel aangeeft, is er vermoedelijk geen leerplan voor vijf lesuren. Nog niet alles is officieel beslist. We hopen dat er alsnog een manier wordt gevonden om volwaardige leerplannen in vijfuursrichtingen in te voeren.

Intussen werken wij verder aan ons initiatief. We hebben immers nog een tweede reden…

De afgelopen tien à twintig jaar verminderde de aandacht en waardering voor rekenvaardigheden en kennisopbouw.

Het inoefenen van rekenvaardigheden werd vanaf eind vorige eeuw steeds meer als steriel en geestdodend afgeschilderd, een overblijfsel uit vervlogen tijden, toen computers nog niet bestonden. Bovendien konden leerlingen die vaardigheden op een meer motiverende manier opdoen via het rekenen in realistische toepassingen, heette het.

Vrij snel bleek dat niet te kloppen.

Evenmin klopte het dat leerlingen al doende betere ‘problem solvers’ zouden worden en zelfs betere wiskundigen tout court.

Ondertussen weten we uit de cognitieve psychologie en uit leerkrachteneffectiviteitsstudies dat leerlingen baat hebben bij het grondig inoefenen van basisvaardigheden en dat ook klassieke oplossingsmethoden ingestudeerd moeten worden. Een nauwkeurig opgebouwd begrippenkader biedt steviger kapstokken om nieuwe kennis aan op te hangen, wat het inzicht en de parate kennis van leerlingen op termijn ten goede komt.

We vinden het belangrijk dat in de gemoderniseerde leerplannen voor alle richtingen extra aandacht naar rekenvaardigheden en kennisopbouw gaat.

Dat vormde een tweede reden om zelf leerplannen te schrijven.