De voorbije weken kregen we geregeld gelijkaardige vragen, of zagen we juiste en foute beweringen passeren die van belang zijn in de keuze voor een leerplan.
We namen contact op met de onderwijsadministratie, die grondig uitzocht hoe een en ander in elkaar zit. We danken alle betrokkenen voor de tijd die ze hierin investeerden, en voor het uitgebreide en aangename videogesprek dat we hierover vorige week vrijdag hadden.
Hieronder vind je enkele vragen of beweringen en antwoord. En de reden waarom we deze zomer een bijkomend leerplan voor 4u wiskunde zullen uitwerken.
Als een schoolbestuur ervoor kiest om een bepaald leerplan voor een bepaalde studierichting te gebruiken, dan geldt dat voor alle scholen die onder dat schoolbestuur vallen en die studierichting aanbieden.
Fout. Wanneer een bestuur verschillende scholen heeft, kan in elke school met een ander leerplan gewerkt worden. Misschien is een van de scholen een methodeschool, of misschien zijn er andere redenen waarom verschillende scholen verschillende leerplannen zouden gebruiken.
Een school kan enkel gebruik maken van een alternatief leerplan, zoals Wiskundeplan, wanneer haar bestuur het ter goedkeuring heeft ingediend bij de inspectie.
Fout. Het volstaat dat één schoolbestuur ergens in Vlaanderen het leerplan indient. Van zodra het is goedgekeurd door inspectie, mag het in alle Vlaamse scholen gebruikt worden, ongeacht het net waartoe ze behoren en dus ongeacht of hun bestuur het Wiskundeplan zelf indiende.
Scholen mogen dus ook leerplannen van andere koepels gebruiken.
Een school kan in éénzelfde studierichting slechts één leerplan gebruiken. Bijvoorbeeld in de 2e graad: Latijn met 4u wiskunde en Latijn met 5u wiskunde moeten hetzelfde leerplan gebruiken.
Correct. Door de afwezigheid van aparte cesuurdoelen voor 4u- en 5u-richtingen, is bijvoorbeeld Latijn met 4u wiskunde en Latijn met 5u wiskunde in de tweede graad nu te vergelijken met Wiskunde-Wetenschappen met 6 of met 8u wiskunde in de derde graad: dat is dezelfde richting en dus moet daar hetzelfde leerplan gebruikt worden.
Wat wél mag, is Wiskundeplan gebruiken in de richting Natuurwetenschappen, en een ander leerplan in de richting Latijn. Of Wiskundeplan in de richting Latijn, wanneer die enkel met 5u wiskunde wordt aangeboden, en een ander leerplan in de richting Economische Wetenschappen, die met 4u en 5u, of enkel met 4u of enkel met 5u wordt aangeboden.
In verschillende richtingen mag met verschillende leerplannen gewerkt worden.
Gaan jullie een leerplan voor gemengde richtingen 4u-5u in de tweede graad aanbieden?
Yes! Om de flexibiliteit voor alle scholen maximaal te maken, gaan we de komende weken, na een korte en hopelijk deugddoende vakantie, ook een 4u-leerplan uitwerken, gebaseerd op de eindtermen en ons 5u-leerplan, zodat in tweedegraadsrichtingen met een gemengd aanbod ook met Wiskundeplan gewerkt kan worden.
Zoals we ook voor het 5u-leerplan deden, zullen we enkele collega’s contacteren die een jarenlange ervaring hebben in de 4u-richting, om feedback te geven en om aan te geven hoeveel lesuren ze de voorbije jaren aan de verschillende onderwerpen spendeerden. Dat laatste laat ons toe een gemiddeld haalbare timing te suggereren. (Mocht je hier graag bij betrokken worden en je hebt deze zomer wat tijd om na te lezen en wat feedback te geven, geef ons een seintje via het contactformulier.)
Voor volgend schooljaar is er ook nog geen probleem (zie de volgende bewering).
Een schoolbestuur moet gebruik maken van door de onderwijsinspectie goedgekeurde leerplannen.
Correct, maar er is discussie…
Voor het schooljaar 2023-2024 is het eenvoudig: er zijn geen goedgekeurde leerplannen. Alle schoolbesturen en vakgroepen zullen met niet-goedgekeurde leerplannen werken, of het nu die van de koepels zijn, of Wiskundeplan. In veel scholen zal ook creatief geknutseld moeten worden met inhouden, los van eindtermen en leerplannen, om de overgang naar de nieuwe (toekomstige) leerplannen tot een goed einde te brengen.
Meer fundamenteel, en dus voor de jaren erna, is de onderwijsadministratie ervan overtuigd dat de stelling klopt: scholen dienen goedgekeurde leerplannen te gebruiken om leerlingen te kunnen attesteren.
Maar vanuit politieke hoek viel al meerdere keren een ander geluid te horen, met name dat scholen ook schooleigen doelen kunnen formuleren, daarop evalueren en attesteren. Daar zou niet echt een juridische grond voor zijn. Wordt vervolgd.
Zelf lijkt het ons niet slecht dat er een kwaliteitscontrole gebeurt van de leerplannen waarop leerkrachtenteams zich baseren. Meer flexibiliteit voor derden om leerplannen uit te werken mag niet ten koste gaan van de kwaliteit. We willen de vuurproef van het indienen bij inspectie dus best ondergaan.
Wat moeten wij als vakgroep doen als we met Wiskundeplan willen werken? Komt daar veel administratie bij kijken?
Er komt geen administratie bij kijken, noch voor de leerkrachten, noch voor de directie of het bestuur.
De inspectie liet ons weten dat zij zich richten op de minimumdoelen. Het leerplan gebruiken zij als achtergrondinformatie, als het ruimere werkkader van de school. Jullie hoeven dus al niet op voorhand bij hen of bij een andere onderwijsdienst laten weten dat jullie met een alternatief leerplan werken.
Binnen de school zal het uiteraard van belang zijn dat de directie en het bestuur instemmen met de vraag van de vakgroep. Maar juridisch moeten zij bijvoorbeeld geen aanpassingen aan het schoolreglement doen.
Komen er handboeken die aansluiten bij jullie leerplan?
Dat is een vraag om aan de uitgeverijen te stellen.
Aangezien onze leerplannen sterk aansluiten bij de vroegere leerplannen van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, hebben alle uitgeverijen die wiskundemethodes uitgeven materiaal uit hun vorige edities van handboeken. Het is voor hen wellicht gemakkelijk haalbaar om dat materiaal ter beschikking te stellen. De beste manier om tijdig aangepaste teksten te verkrijgen, is door hen snel te laten weten dat jullie met Wiskundeplan gaan werken.
Deze zomer zullen we op onze site wel een voorbeelddocument ter beschikking stellen waarin duidelijk wordt wat we bedoelen met ‘rekenen met rationale lettervormen’. (In sommige handboeken 5e jaar van de jaren ’90 of vroeger vind je daar oefeningen op, typisch bij de rationale functies.)
En voor wie hem nog niet kent: op de site van ons teamlid Koen De Naeghel vind je ook heel wat uitstekend materiaal.